Persoonlijkheid, buitenschools taalcontact en woordenschatkennis

In deze bachelorscriptie werd onderzocht of persoonlijkheidskenmerken van leerders een effect hebben op de woordenschatkennis van het Nederlands als tweede taal. Daarnaast werd ook gekeken in welke mate buitenschools taalcontact de woordenschatkennis beïnvloedt. Er namen 20 NT2-leerders deel aan dit onderzoek, aan wie werd gevraagd om twee vragenlijsten (één over persoonlijkheid en één over buitenschools taalcontact) en twee taaltests (namelijk de plaatsingstoets en de woordenschattoets van DIALANG) in te vullen.

Uit de resultaten bleek dat de persoonlijkheidskenmerken (de NEO Big Five) geen duidelijk effect hebben op de taalkennis, noch op de plaatsingstoets, noch op de woordenschattoets. Op vlak van buitenschools taalcontact was er daarentegen wel een positieve trend merkbaar van actieve (spreken) en passieve (lezen en schrijven) activiteiten op zowel de plaatsingstoets als de woordenschattoets. Regressie-analyses gaven evenwel geen significant effect aan. Dat de resultaten geen duidelijke effecten hebben kunnen aantonen, heeft natuurlijk te maken met de kleinschaligheid van het onderzoek. Toch is de suggestie dat er een verband is tussen de mate van participatie buiten de les en taalontwikkeling een belangrijke vaststelling, die overeen komt met de internationale literatuur hierover.

Interessant in de bachelorscriptie was verder nog de vaststelling dat er een duidelijke correlatie bestond tussen de plaatsingstoets en de woordenschattoets. Deze bevinding komt ook overeen met internationaal onderzoek, waaruit blijkt dat woordenschatkennis vaak een goede indicator is van algemene taalvaardigheid.